Toppers

Myrtilles, eekhoorntjesbrood, engelwortel, beuk

Ik heb het gevoel dat ik altijd boeddhist geweest ben maar ook dat ik al miljoenen jaren meer dan verzot ben op beuken, bosbessen, eekhoorntjesbrood en engelwortel. Met verzot bedoel ik dan dus wel dat ze me buiten mezelf brengen. Of juist in mezelf. Idem dito is het voor mij evident dat ik mijn vrouw, Marie-Louise al vele eeuwen ken: haar gebeente, bloed, zweet en tranen en stemgeluid…
Zaailing uit een beukennootje met zaadlobben, één bladpaar en platgetrapte peuk

KAREL VAN DE WOESTIJNE
Uit: Een Latemse brief over de lente [schoolvoorbeeld van impressionistische stijl]

Hebt ge gezien hoe een beukenootje – gij kent zijn glimmig driekantje van bruine verwen – een jonge beuk kan worden?

Ik zie het hier, duizend-veel, om mijne voeten: hun wit groen op ’t bruine groen van ’t felpen mos, ten boskante waar ik u schrijf, daar de beuken een lange rij zijn, en geel, als de zon zo fel is als nu.

En dat zien is zo verwonderlijk, dat gij er bijna blijde om wordt. Eerst gaat het nootje even open, aan ’t éne eind en er komt een roze worteltje, dat in de grond gaat met vast en rasse nijverheid; en na enkele dagen zult ge geweld gebruiken, wilt gij het er uit krijgen. Maar ook bóven aarde werkt het, zodat de naden van het nootje zacht-aan scheuren; en dan blijft een blinkend puntsteekje, een hoedje als een torenmuts, staan op twee blaadjes, die veelvoudig op elkaar gevouwen, zó teder van kleur zijn, dat het bijna roomkleurig is, maar lichtelijk groener. En het hoedje valt weldra, omdat de blaadjes opengaan en, kreukelig, hun rond gesneden randen krullen, die mooi-groen worden langs boven; want langs onder blijft het vei geel, en ook het hartje. Maar weldra staat het gans ontloken : twee schelpjes plezierig naast elkander, met lichte bultjes; en in ’t midden een harig stengeltje, aardig om aan te zien. Dan zit dat reeds goed in de grond, met een wortel van wel vijf centimeter, waar fijne neven-worteltjes aan zijn. En ge wenst het wel, dat ge van die tederheid een frisse zang kondt maken…

A Hard Day’s Night (1964) en
The Knack and How to Get It (1965)

De scènes van de Beatles op de ijzeren trap in A Hard Day’s Night en de figuren die met een bed door de straten rijden in The Knack and How to Get It
riepen mij toe:
DIT IS HET
DIT EN NIETS ANDERS
AL DE REST IS ONZIN

Het trilt in mijn botten
Verhit mijn pezen
Kneedt mijn bijnieren, alvleesklier en huig
Voedt mijn speekselklieren
En geeft mijn zwarte haren
VOLUME en GLANS

The Beatles vluchten langs een ijzeren brandtrap
Klik op de foto hierboven om de film te spelen
Scènes uit A Hard Day’s Night en The Knack
‘The Knack and How to Get It’ – Op een ijzeren bed door de stad rijden…
De oude zakken (het klootjesvolk) kijkt misprijzend naar The Beautiful People
Rita Tushingham en The Beatles: How does it feel to be one of the beautiful people?

Dilgo Khientse Rimpoche

Dilgo Khientse Rimpoche

Leonard Bernstein: bestaat absolute schoonheid? Bestaan er meesters en leerlingen?